Eerst de aanleiding: de Keti Koti Tafel in het Huis van Hilde waar Valentijn als wethouder bij aanwezig was. Deze was georganiseerd na een initiatief van Rosan Kocken, statenlid van GroenLinks in Noord-Holland. Tijdens de Keti Koti Tafel gaan witte en zwarte Nederlanders, en mensen van alle kleuren daar tussenin, met elkaar in gesprek. Ze wisselen persoonlijke ervaringen, herinneringen en gevoelens uit, en staan zo stil bij de hedendaagse gevolgen van het Nederlandse slavernijverleden.

Valentijn vertelt over het ritueel voorafgaand aan de maaltijd, waarbij je kauwt op een stukje bitterhout: Kwasi Bita. Dit staat symbool voor de herinnering aan de bittere tijden in het verleden. Ook wrijven de tafelgenoten om de beurt elkaars pols in met een beetje kokosolie. Dit staat symbool voor het wegwrijven van de pijn uit het verleden, die in het heden nog steeds door velen gevoeld wordt. Vervolgens gebruik je samen de maaltijd en bespreek je een aantal vragen.

Een close-up van twee handen, waarbij de ene persoon de pols van de andere persoon insmeert met kokosolie, een ritueel tijdens de Keti Koti Tafel
Close-up van tafelgenoten tijdens een Keti Koti Tafel, die elkaars pols insmeren met een beetje kokosolie.

“Ik vond het confronterend om te horen hoe het slavernijverleden in families tot op de dag van vandaag een grote rol speelt,” vertelt Valentijn. “Mensen zeggen vaak dat het slavernijverleden lang geleden is, maar dat is onzin – slavernij werd nog maar 150 jaar geleden afgeschaft en slavernij als fenomeen bestaat nog steeds,” reageert Christi. “Het speelt een rol in families in Nederland, direct en indirect. Veel mensen van kleur moeten huilen als ze de expositie betreden. Door de erkenning, ze voelen zich hierin eindelijk gezien.”

Een bitter voorbeeld van de manier waarop het slavernijverleden doorwerkt, is de naam die mensen dragen. Veel namen zijn te herleiden naar het moment waarop er afspraken werden gemaakt rond het afschaffen van de slavernij. Plantage-eigenaren kregen 300 gulden ‘compensatie’ voor elke tot slaaf gemaakte die ze hun vrijheid moesten geven. Om dat geld te kunnen innen, moest hun eigenaar hun namen opgeven inclusief achternaam. Die hadden de slaafgemaakten op dat moment nog niet en werd bedacht (opgelegd) door de plantagehouder – soms gaf hij hen een verhaspelde versie van zijn eigen naam of van de naam van de plantage. Valentijn vertelt dat in de gemeente Utrecht mensen gratis hun naam kunnen veranderen als ze van een eventueel beladen of gehate achternaam af willen komen.

De compensatie was er alleen voor de plantagehouders. De tot slaafgemaakten moesten een contract aangaan waarin ze zich committeerden om nog 10 jaar te werken tegen minimale vergoeding voor ze hun vrijheid daadwerkelijk kregen. Een vrijheid zonder eigen naam, zonder familie of familiegeschiedenis, want die was hen bewust afgenomen. Zonder geld of land en soms zonder kinderen, omdat vrouwen liever kozen voor aborteren dan hun kind mee te laten maken wat zij meemaakten. 

De indirecte gevolgen zijn niet altijd zichtbaar, maar voelbaar in de pijnlijkheid van het n-woord. In de zestiende en zeventiende eeuw was dit synoniem voor 'zwarte slaaf'. Met het woord werden zwarte tot slaaf gemaakte mensen gereduceerd tot hun huidskleur. Dit is voelbaar in de beeltenis van zwarte piet, wiens kledij direct teruggaat op die van tot slaaf gemaakte huisbedienden; dit is letterlijk terug te zien op een prent in de tentoonstelling. Maar vooral zijn de gevolgen van het slavernijverleden voelbaar in de vooroordelen over mensen van kleur, diep in het onderbewuste doorgedrongen.

Valentijn Brouwer en Marieke Kooter in gesprek in het Stedelijk Museum Alkmaar
Valentijn Brouwer en Marieke Kooter met elkaar in gesprek tijdens de tentoonstelling Plantage Alkmaar in het Stedelijk Museum Alkmaar

“Reken er maar op dat je discrimineert, ook als je denkt dat dat niet zo is,” zegt Christi. “We hebben het alleen zelf meestal niet door of hebben er zelf geen last van.”

Racisme houdt zich niet aan stadsgrenzen, dus de gedachte dat dit in Castricum niet zou spelen kan snel worden ontkracht. Valentijn vertelt dat die gedachte voortkomt uit het feit dat we in een sterk homogene witte gemeenschap zitten. En ook hier zit ongelijkheid achter. Want als je in Castricum wilt wonen heb je geld nodig, of een familie met land. Discriminatie en ongelijkheid begint dus al bij hoe je dorp eruitziet. En daarbij, onderstreept Valentijn, valt het niet mee als je wel een van de weinigen bent die er anders uitziet.

Racisme in Castricum

Dat kan Marieke, raadslid voor GroenLinks, bevestigen op grond van de verhalen die zij meekrijgt van Castricumse mensen van kleur. Een zwart meisje dat vanwege haar huidskleur van school werd gepest, een zwarte jongen die in het bijzijn van zijn vrienden elke keer en vaak als enige bij elke politiecontrole wordt gecontroleerd, discriminerende opmerkingen van medeleerlingen op de middelbare school, altijd lang en onderzoekend aangekeken worden bij de bushalte, niet uitgenodigd worden bij sollicitatiegesprekken, geen stageplek krijgen, uitgemaakt worden voor zwarte piet, enzovoorts.

Als er nog zoveel onbewuste vooroordelen zijn, als mensen van kleur nog zo vaak op achterstand worden gezet, wat kunnen we dan als gemeente doen om dit te verbeteren?

Christi geeft aan dat er veel goeds gebeurt als mensen elkaar ontmoeten, leren kennen en begrijpen. “Ontmoeting, daarin schuilt de verandering. Misschien kunnen we dit gaan organiseren in Castricum. Maar eerst onderzoeken wat daarin gaat werken, wanneer mensen zich echt uitgenodigd en welkom voelen.” Valentijn vult aan: “Scholen zijn hierin zeer belangrijk. Veel scholen hebben hier programma’s voor, interessant om na te vragen hoe dit loopt en wat hun ervaringen zijn. En het is iets om bewust mee te nemen in ons culturele aanbod. Denk bijvoorbeeld aan de programmering bij Geesterhage. Vanuit Castricum op de kaart was er cultuursubsidie beschikbaar waardoor een klein festival kon plaatsvinden, dat zou groter mogen, zodat het niet in de marge blijft.”

Diversiteitsbeleid

Christi vraagt Valentijn naar het diversiteitsbeleid. “Hier valt nog wel wat te winnen,” geeft hij aan. “Zo gaat de inclusieagenda vooral over mensen met een lichamelijke beperking. Dit gesprek zou je breder kunnen voeren. Er is wel een code diversiteit en inclusie, maar deze is nog niet zo zichtbaar.” Zou een meldpunt discriminatie helpen? De gemeente is wel aangesloten bij een regionaal meldpunt, maar weten mensen dit ook te vinden?”

“Als je wethouder bent, gemeenteraadslid of museumconservator: je hebt een bepaalde machtpositie,” besluit Christi. “Daarmee heb je ook een verantwoordelijkheid, om je macht positief te gebruiken zodat anderen ook aan het woord komen en gezien worden. Voor iedereen geldt: jezelf zien en terugzien is belangrijk. Dit kun je oppakken in een organisatie door een inclusief personeels-, publieks-, programmerings- en partnerbeleid te voeren. De vier P’s noemen we dat.”

Dat herkent Valentijn meteen, hij is betrokken bij De Melkweg in Amsterdam. “Daar werd rap en hiphop geprogrammeerd, ook al was dit minder lucratief: omdat in die scene minder wordt gedronken heb je minder omzet. Door deze muziekstromingen wél te programmeren en door (als enige club in Amsterdam) niet-discriminerend deurbeleid te voeren, kreeg De Melkweg een divers publiek en voelt iedereen zich er thuis.”

Samenvattend, wat kunnen we als gemeente Castricum doen?

  • Maak discriminatie bespreekbaar tijdens bezoeken aan culturele instellingen en scholen
  • Organiseer ontmoetingen tussen mensen van verschillende culturele achtergronden en kijk welke subsidies daarbij aangesproken kunnen worden
  • Bied de mogelijkheid van gratis naamsverandering
  • Voer een actief gemeentelijk beleid op de 4 P’s: personeel, publiek, programmering en partners
  • Blijf je bewust van het feit dat machtsposities nog verre van gelijk verdeeld zijn over de verschillende groepen in de samenleving
  • Train medewerkers in antiracisme
  • Onderzoek het slavernijverleden van Castricum
  • Breng in kaart wat er al gebeurt op het gebied van interculturele ontmoeting en en hoe dit loopt, zoals de taalstages bij Boekhandel Laan

“Dit zijn hele nuttige suggesties,” zegt Marieke. “Ik hoop er als raadslid een aantal van op te kunnen pakken. Daarvoor is het belangrijk dat inwoners en organisaties meedoen. Ik ga hierover in gesprek met mensen, maar mensen kunnen zich ook zelf bij me melden als ze ideeën hebben of betrokken willen zijn! En ik zoek zeker uit hoe bekend het discriminatiemeldpunt is en of het bekender gemaakt kan worden.”

Wil je je verdiepen in dit onderwerp?

Leestips: