‘Wat is voor mij nou eigenlijk kunst?’, begint Hanna Looye (44) het interview zelf, en vloeiend volgt dan ook meteen haar antwoord:
‘Kunst is als brood, het voed je, het is makkelijk te behappen en idealiter kan je het zelf maken.’
Voor mij moet kunst in eerste instantie communiceren. Het vertelt jou als kijker hoe de kunstenaar iets heeft ervaren. Die ervaring kan een diepe filosofische overpeinzing zijn geweest, een overweldigend verdriet of het zien van een bosje asperges, dat is om het even. Het kan van abstract naar realistisch en van een toneelstuk naar een beeldhouwwerk. Als het maar communiceert, als het maar zegt: “He, ik heb dit zo ervaren, jij ook?” En dat de kijker dan denkt: “Ik ook! Ik heb ook deze pijn gevoeld of hierover nagedacht, of ik heb ook naar asperges gekeken!” En dat delen van deze ervaring daar gaat het volgens mij om in de kunst.’
Hanna woont met haar man en twee kinderen in Bakkum. Haar moeder was schilder en kostuumontwerper, haar vader was architect. Ze had vroeger thuis veel kunstboeken om zich heen en kon eindeloos kijken naar de werken van Botticelli, Holbein en van Eyck.
Hanna studeerde eerst culturele antropologie en gaf zichzelf pas daarna toestemming om naar de Wackers Academie te gaan en een klassieke teken- en schildersopleiding te volgen. Met de kinderen was er vervolgens geen tijd om met olieverf te schilderen en is ze begonnen kleine stripjes te maken. Toen ze zelf begon met striptekenen, zag ze pas echt hoe briljant strips in elkaar zitten. “De economie van de lijn, hoe het verhaal wordt vertaald, het ritme, de humor, geniaal!”
In het dagelijks leven geeft Hanna tekenles bij Toonbeeld.