Om burgers meer mogelijkheden te geven de regie in eigen hand te nemen als het gaat om zorg, maar ook over het groen in hun buurt hebben we een motie uitdagingsrecht ingediend. Het college heeft toegezegd zelf volgend jaar met een voorstel hierover te komen.

Onze motie is een vertaling van het amendement dat Linda Voortman (GL) en Otwin van Dijk (PvdA) in de Tweede Kamer aangenomen hebben gekregen. Het gaat om het recht van inwoners om de overheid uit te dagen als zij denken dat ze een zorgtaak beter kunnen uitvoeren dan de gemeente, naar voorbeeld van het Engelse “right to challenge”. In het amendement in de Tweede Kamer ging het om de toepassing van dit recht in de WMO-verordeningen. In de vele gesprekken die ik sindsdien heb gehad over dit onderwerp, bleek dat het veel breder inzetbaar is. En dat is ook wenselijk als je bedenkt dat we burgerkracht willen versterken.

Waar we op moeten letten is dat de burger geen beleidsinstrument mag worden in de ogen van de overheden. Dit is namelijk in strijd met alle ideeën over een vrije en autonome burger. Aan de andere kant kan het de overheden wel goed uitkomen als de burger taken overneemt, omdat het kan helpen bij bezuinigingstaakstellingen. Dit moet echter beschouwd worden als bijvangst, weliswaar wenselijk in deze tijden, maar het mag geen verplichting worden en noch een doel, noch een voorwaarde zijn voor het stimuleren en ondersteunen van burgerinitiatieven om de hierboven al genoemde reden. Het uitdagingsrecht is een middel om burgerkracht en samenredzaamheid te versterken, en de lokale gemeenschap veerkrachtiger te maken.

Het is belangrijk om als overheid te erkennen dat burgers met veel verschillende soorten initiatieven kunnen komen. In de gesprekken die ik heb gehad, kwamen een aantal varianten naar voren die ik hier wil delen om te laten zien waar we mee te maken kunnen krijgen. Dit is waarschijnlijk niet uitputtend. Er zijn vast wel creatieve geesten die weer iets heel anders bedenken.

De variatie in schaalgrootte is de makkelijkste; de een bedenkt iets voor de buurt, de ander voor de wijk, weer een ander voor de dorpskern tot slot kunnen er ook burgerinitiatieven komen die de hele gemeente beslaan.  Een grotere schaal anonimiseert en de vraagverlegenheid wordt daardoor kleiner. Aan de andere kant gaat het verbindende dat het bij zo'n initiatief betrokken zijn ook met zich meebrengt, eerder verloren. 

De variatie in wat ik even de organisatiefilosofie noem is wat ingewikkelder. Burgerinitiatieven kunnen zeer professioneel zijn en zelf uiteindelijk uitmonden in een organisatie die zelf zorgaanbieder wordt. Zo’n organisatie moet dan uiteraard aan alle juridische en professionele eisen die aan een zorgaanbieder worden gesteld voldoen, en kan dan gewoon meedoen in de aanbestedingen.

Het moet echter niet per se de bedoeling zijn burgerinitiatieven te “institutionaliseren” tot op professioneel niveau. Bovendien willen ze dat vaak ook helemaal niet, want dan moeten ze gaan voldoen aan allemaal strakke voorschriften. Een organisatie als “Austerlitz zorgt” dingt als coöperatie dan ook niet mee in de aanbesteding. Ze hebben een aparte kavel toegewezen gekregen van de gemeente Zeist voor de dorpskern Austerlitz.

Als gemeente kun je dus ook burgerinitiatieven krijgen die non-profit zijn, georganiseerd in coöperaties of verenigingen en gebaseerd zijn op (in de toekomst gelegen) wederkerigheid. Om dit mogelijk te maken moet je dan als gemeente niet teveel eisen stellen, maar moet je meebewegen met hoe de initiatiefnemers het willen doen. Het initiatief moet wel “eigendom” van de burgers blijven, al zullen er voor gemeentelijke ondersteuning, toewijzing en samenwerking wel minimale eisen van kwaliteit, continuïteit, inclusiviteit en verantwoording moeten zijn.

Inclusiviteit wil ik hier nog verduidelijken. Het mag natuurlijk niet zo zijn dat burgerinitiatieven mensen uitsluiten en alleen voor bijvoorbeeld “vriendengroepjes” toegankelijk zijn, of mensen uitsluiten die als lastig worden gezien, terwijl ze wel binnen de doelgroep vallen. Het uitdagingsrecht moet toegepast worden op initiatieven die taken van de gemeente overnemen, of meehelpen in de preventie van de noodzaak van duurdere hulp. De gemeente moet dat zonder uitzondering aanbieden aan alle inwoners. Een burgerinitiatief kan een deel daarvan op zich nemen, bijvoorbeeld een buurt, maar moet dan ook iedereen die dat wil uit de buurt toelaten.

Bij een burgerinitiatief dat het buurtgroen in eigenbeheer wil gaan organiseren, moet als belangrijke voorwaarde gelden dat de buurt het ermee eens is. Niet iedereen hoeft actief te willen participeren, maar men moet het wel eens zijn met de plannen die de initiatiefgroep met het buurtgroen heeft.

Tot slot een disclaimer; het uitdagingsrecht zal initiatieven ondersteunen van mensen die goed kunnen organiseren, een netwerk hebben en andere middelen die ze daartoe in staat stellen. Meestal zijn dat niet degenen met een hulpvraag, maar hun vertegenwoordigers, mantelzorgers of mensen die vanuit hun beroep zien wat er beter kan. Het is en blijft de verantwoordelijkheid van de gemeente de belangen van de zwakkeren in de samenleving ter harte te nemen, ook als deze geen burgerinitiatief kunnen organiseren, of daaraan niet mee willen doen.

Maar laat dit anderen er niet van weerhouden met mooie initiatieven te komen ter versterking van de veerkracht van de inwoners van onze gemeente.

Hannie Lutke Schipholt