Nu het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied op tafel ligt is het bovenstaande een veronderstelling die niet meer tot de onmogelijkheden behoort.

Wat is het geval ? In de bijbehorende regels wordt bepaald dat de agrariërs tot 1,5 ha en incidenteel zelfs tot 2 ha aan bouwvlak kunnen krijgen.(1 ha = 10.000 m2) Dit als gevolg van provinciale richtlijnen en in het belang van een goede bedrijfsvoering. Maar in het bestemmingsplan is ook een zogenaamde ruimte-voor- ruimte regeling opgenomen waarbij is bepaald dat bij een eventuele bedrijfsbeëindiging er voor iedere duizend vierkante meter te slopen opstallen één woonhuis mag worden teruggebouwd. Dit betekent dat er, rekening houdende met een niet volledig bebouwde oppervlakte, in de toekomst woning-enclaves van maximaal vijftien woningen kunnen gaan ontstaan met alle bijbehorende voorzieningen.
Tijdens de behandeling in de carrousel bleek het college uiterst streng te staan tegenover incidentele aanvragen om in het buitengebied woonhuizen te mogen bouwen. Omdat GroenLinks de openheid van het buitengebied wil behouden ondersteunen wij die invalshoek.
Wij begrijpen echter niets van het feit dat het college ons amendement om het aantal via de ruimte- voor- ruimteregeling terug te bouwen woningen te beperken tot maximaal twee stuks per bedrijfsbeëindiging niet omarmt. Met uitzondering van het GDB kregen wij hiervoor ook van de andere partijen geen steun.
Dus: terwijl nu de voordeur gesloten blijft voor woningbouw wordt de achterdeur zodanig wijd opengezet dat er in de toekomst een veelheid aan kernen in het buitengebied kan ontstaan.

Rob Glass