Ik ga iets heel engs doen, iets heel ongebruikelijks in deze Raad. Iets heel persoonlijks. Dit komt uit mijn dagboek, toen ik vorig jaar in een depressie raakte:
“Anderen hebben een systeem bedacht waar ik me nooit in thuis zal voelen en verandering komt er niet. Mensen zijn bang dat ze het comfortabele leven dat velen hier hebben, moeten opgeven. De meesten verdragen het ongeluk van degenen die ze toch niet kennen met gemak. Als ze zelf maar niet hoeven in te leveren. Gevoelige zielen worden weggehoond en emotie wordt verdacht gemaakt. Geen bestaansrecht. Het ligt aan jou, aan jezelf. 'Als jij maar dit of dat.' Maar ik kan niet meer. Niet dit en ook niet dat. Mijn lichaam en mijn hersenen zijn verstard van angst en paniek. De dunne grens tussen leven en dood van mensen die zelf het minst bijdragen aan de klimaatcrisis, tussen geluk en ongeluk dat uiteindelijk ook ons zelf zal raken.
Maar mensen kunnen andere mensen helpen. Ze kunnen dat zelfs systematisch doen, collectief. Als de partijen die aan de knoppen zitten, oog zouden hebben voor wat echt van waarde is. Stel je voor. Dan moeten we het als individu met iets minder doen, maar worden we als samenleving rijker. Stel je voor. Maar dat gaan we niet doen als het aan velen ligt. Deze individuele hebberigheid leidde ons naar grote ongelijkheid, maatschappelijke instabiliteit, vluchtelingen, deze klimaatcrisis. En de biodiversiteitscrisis klopt ook al aan de deur.
Het communisme heeft gefaald, maar het kapitalisme net zo hard. Alleen willen degenen die het nu nog zo heerlijk gezellig en comfortabel hebben dat niet zien. Maar het rommelt in de verte, en het komt alsmaar dichterbij (Vrij naar De Dijk). Andere mensen de dood injagen, overstromingen, extreem weer, droogtes. En omdat jij in je veilige huisje zit, en niet zelf direct iemand om zeep helpt, denk je dat je je handen kunt wassen in onschuld. Opdat wij in ons land, de grootste vervuilers op de wereld meer kunnen bezitten, en meer, en nog meer. Ten koste van alles wat ons lief is en alles wat goed is.
Deze wereld wil ik niet.”
Tot zover mijn dagboek. En ik weet dat vergelijkbare teksten in de hoofden van veel meer mensen spelen. Ik ben niet alleen met deze gedachten en gevoelens. En ik weet ook wel dat als mensen bang zijn, ze liever de dreiging ontkennen en zich vastklampen aan hun leefgewoonten. Ik snap dat ergens ook nog wel. Ook ik rol me dan liever op als een egeltje. Maar het helpt niet. Integendeel.
Waar ik behoefte aan heb en wat velen met mij nodig vinden, is een overheid die beschermend ingrijpt. Niet om te straffen, niet om te verwijten, niet om te veroordelen. Ik ben teleurgesteld, ook in deze lokale raad en college, omdat ik graag een goede samenwerking had gezien tussen alle politici om het klimaatprobleem op te lossen, maar blijkbaar slagen we er al jaren niet in duidelijk te maken wat we bedoelen en hoe urgent dit is. Daarom nu deze zeer persoonlijke oproep. We wonen in een badkuip vlak achter de duinen. Juist wij in onze gemeente zouden ons hiervan meer bewust moeten zijn.
Daarom is het uitroepen van de klimaatnoodtoestand nu nodig. Zodat iedereen weet dat dit levensbedreigend is. En dat we met grote spoed de juiste maatregelen gaan nemen. Dit is misschien symboolpolitiek, zoals ik sommigen hoor zeggen. Maar sommige symbolen zijn zeer noodzakelijk. Ze zijn krachtig en helpen ons in de weg vooruit.