Afgelopen donderdag vroeg ik de wethouder van Sociale Zaken en Welzijn het volgende:

"Dhr. Lute is vrijwilliger op de boot waar in Velsen-Noord 1.000 asielzoekers worden opgevangen. Dat loopt af in april, en daarom sprak hij in bij de Velsense gemeenteraad. Hij kreeg in Velsen de vraag waarom hij niet bij de gemeente Castricum aan de bel trok en hier vraagt om opvang voor asielzoekers. In Velsen doen ze tenminste iets.

Wij willen naar aanleiding hiervan vragen of het college een voorstel wil doen voor de opvang van een aantal asielzoekers. Naar rato van ons inwoneraantal: dat is 0,2% van de Nederlandse bevolking. Dus 0,2% van het aantal asielzoekers dat men in Ter Apel niet kwijt kan: in de praktijk gaat het dan om 30 tot 90 mensen.

Dat aantal zouden we hier met wat creativiteit moeten kunnen opvangen. Als je ziet hoe snel dat met de Oekraïense vluchtelingen ging, en hoeveel de gemeente Bergen van deze vluchtelingen heeft weten te plaatsen, zou het hier toch ook mogelijk moeten zijn om een steentje bij te dragen. Zeker nu de opvang in het belastingkantoor in Alkmaar waarschijnlijk niet doorgaat, moeten ook wij de helpende hand bieden."

Het antwoord van de wethouder? "Nee. Ik wacht tot de Rijksoverheid mij daartoe dwingt via de Spreidingswet."

Dat vinden wij echt te mager. Het hele land moet een steentje bijdragen en onze gemeente doet niets anders dan duiken voor zijn verantwoordelijkheden. Wij vinden dat beschamend. We gaan samen met andere partijen kijken hoe we het beste een concreet voorstel aan het college kunnen doen.

Hieronder vind je de brief die de heer Lute deelde met de redactie van het Nieuwsblad voor Castricum.

“ Velsen staat deels in de kou omdat omringende gemeenten, waaronder Castricum, niet bereid zijn om bij te springen. ”
Adrie Lute

Moet Castricum worden gedwongen om asielzoekers op te nemen?

In Velsen Noord worden momenteel 900 asielzoekers op een veerboot opgevangen. Zij zoeken in Nederland de veiligheid, normen en waarden die in hun thuisland aan stukken worden geschoten. Ze doen een beroep op onze medemenselijkheid om ze te helpen een nieuw bestaan op te bouwen.

Wat opvalt als je met deze mensen werkt, is hun enorme positiviteit. Hun drang om aan de slag te gaan, om iets van hun leven, voor hun familie en voor hun leefomgeving te maken. In Velsen Noord hebben ze een half jaar een plek gevonden om daaraan te werken. Helaas wordt dat binnenkort voor een groot deel afgebouwd. Om politieke redenen moet het schip weg, en worden deze mensen opnieuw over het land verdeeld.

Velsen heeft een enorme verantwoordelijkheid op zich genomen, toen ze deze oplossing aan het Rijk aanbood. Een verantwoordelijkheid die tot op de dag van vandaag doorwerkt. Er wordt soms tot diep in de nacht door een voltallige gemeenteraad, ook de tegenstanders, plus een burgemeester, een wethouder en ambtenaren keihard gewerkt om een menswaardige oplossing te vinden. Maar Velsen staat deels in de kou omdat omringende gemeenten, waaronder Castricum, niet bereid zijn om bij te springen.

Gisteren werd in de Castricumse gemeenteraad een eenvoudige vraag gesteld aan de wethouder: “bent u bereid om uw best te doen om voor een klein aantal mensen, tussen de 30 tot 90 personen, uw best te doen om huisvesting te vinden voordat het in Ter Apel weer de spuigaten uitloopt en de mensen op straat moeten slapen?”. Het simpele, helaas voorspelbare antwoord van de wethouder: “Nee. Ik wacht tot de Rijksoverheid mij daartoe dwingt via de Spreidingswet.”

Ik vind dit ronduit beschamend. In de gemeenteraad van Velsen heb ik gezegd, in antwoord op vragen van een raadslid over Castricum: “Het lijkt erop dat hoe rijker mensen zijn, hoe minder ze in andere mensen willen investeren”.

Misschien heeft Castricum weinig mogelijkheden voor huisvesting. Maar dan zou het antwoord zijn: “ik wil wel, maar ik kan niet”. Het zal mij benieuwen hoe deze wethouder zich aan zijn verplichting denkt te gaan houden als hem straks niet gevraagd maar opgedragen wordt om geen huisvesting voor 60 maar voor 200 asielzoekers te organiseren. Ik vrees dat asielzoekers en bevolking dan tegen elkaar worden uitgespeeld.

Adrie Lute, Castricum